Klimaatsolidariteit in Lokaal Beleid
Voor mijn opleiding Ethiek van Bedrijf en Organisatie, een mastertrack binnen de masteropleiding Filosofie aan de universiteit Tilburg, heb ik mijn scriptie geschreven over klimaatsolidariteit vanuit een pragmatistisch perspectief.
De gemeenteraden staan voor grote complexe uitdagingen. De omvang van zulke uitdagingen zijn zo groot dat het op lokaalniveau moeilijk is om voor te stellen wat onze gewoontes voor impact hebben op onze maatschappij. Daarnaast komen we erachter dat ons eigen oordeelsvermogen niet toereikend genoeg is om een complex probleem alleen op te lossen. Ook een gemeenteraad is dus afhankelijk van externe partijen om tot een werkbare gezamenlijke doelstelling te komen. Daarnaast heeft de politiek een negatieve reputatie. Dit gebrek aan vertrouwen kan ontwikkelingen in de weg staan, ook al zijn de intenties van (bijvoorbeeld) beleidsstukken goed.
De vraag die ik in mijn scriptie stelde is:
“Als we mogen hopen dat we allemaal eenzelfde soort wereld willen (leefbaar, duurzaam, eerlijk etc.), wat kunnen we als gemeenteraad dan doen om deze grote en complexe maatschappelijke vraagstukken vorm te geven, binnen de democratische besluitvorming van de gemeenteraad?”
Ik koos bewust voor een verandering van binnenin de organisatie. Er zijn vele externe voorbeelden als burgerberaden en motiemarkten die een onderdeel kunnen vormen van een politiek proces. Maar als een burgerberaad of motiemarkt ‘A’ roept en de coalitie roept toch ‘B’, zonder met elkaar in gesprek te gaan, dan werken burgerberaden en gemeenteraden langs elkaar af.
Om de hoofdvraag te beantwoorden heb ik vanuit Dewey (via Fesmire) en Rorty gezocht naar en andere perspectief om een grote maatschappelijk vraagstuk te benaderen. Wellicht een nieuw manier van werken? Ik zoek in dit onderzoek dus niet naar wetenschappelijke cijfers die berekenen waarom er klimaatverandering is, maar poogde om het complexe vraagstuk vanuit het begrip solidariteit te benaderen. Solidariteit dat begint bij de directe ervaring van het individu in de veranderende leefomgeving. Ik denk namelijk dat beleidsstukken van een gemeenteraad de ervaring van de leefomgeving missen en geen ruimte bieden voor het creëren van sensitiviteit tussen mensen (burgers, politici etc.).
Het pragmatisme staat in mijn scriptie centraal. Volgens Rorty proberen pragmatisten namelijk een samenleving te creëren waarin we steeds meer mensen bij ‘ons’ kunnen betrekken, waarbij de verlangens, interesses en overtuigingen van steeds andere culturen in acht leren nemen. Er wordt dan ook gesproken over morele vooruitgang. Vooruitgang dat gebaseerd is op een toename van sensitiviteit voor de verlangens van een steeds groter wordende en inclusievere samenleving. Kleine kanttekening, het is ook mogelijk dat iemand anders der mate andere overtuigingen heeft dat je jezelf niet kunt identificeren met die ander. Het is daarom ook maar dat we moeten hopen dat we eenzelfde soort wereld willen creëren; een wereld (bijvoorbeeld) met minder wreedheid.
In het onderzoek breid ik Rorty’s theorie uit en licht ik toe waarom human library ideeën en raadsakkoorden beter bij ons open gesprek kunnen passen dan coalitieakkoorden om zo beter sensitiviteit te krijgen voor onprettige ervaringen, die in dit geval, gelinkt zijn aan de klimaatveranderende leefomgeving. Vandaar dus ook Klimaatsolidariteit.
In dit verslag beperk ik me tot de rol van de gemeenteraad en probeerde ik me te richten op alleen het complexe maatschappelijke probleem van klimaatverandering. Ondanks dat ik me alleen op de gemeenteraad richt en het onderwerp klimaatverandering, zal mijn idee (hopelijk) ook toe te passen zijn op andere organisatievormen, doelgroepen en onderwerpen. Daarnaast wil ik aangeven dat er niks te verwijten valt aan de houding van mijn collega’s in de gemeenteraad en ook niet aan de vakkundigheid van de ambtelijke organisatie. We zijn immers allemaal op zoek naar een manier om deze complexe vraagstukken aan te pakken. Ook mijn onderzoek is daarin maar een perspectief voor het debat van veranderingen.
Hieronder is het onderzoek te downloaden. Ik had helaas maar 12.000 woorden. Terwijl er behoefte is naar meer pagina’s. Wie weet 😉